Frei.

In de grijze hoofdstad van Polen is het oude centrum de enige bezienswaardigheid. Oh, naast de rivier dan. Naast onze camping ('1-2-3' genaamd) is de Arco - een soort Van der Valk - gevestigd, waar voor weinig geld goed gegeten en gedronken kan worden. Het is hier bloedheet, een dubbele thermometer vlak voor Warschau vertelde ons dat de weg tussen de 45 en 50 graden celsius was.

De Poolse wegen zijn meestal acceptabel. De eerste 150 kilometer was het ergst, blijkt nu. Het zuiden van het land is behoorlijk heuvelig, en plaatselijk kan je dan ook prima plannen dat het, gezien de komende berg-op, slim is om Betsy even naar de 90 km/u te duwen. Het grootste probleem is de spoorvorming, soms wel drie, vier centimeter diep. Roaddevil Allart schrikt nergens van, voor mij is het soms even geen controle en hard schelden. In het spel van bergje-op-bergje-af is de middelste van de drie provinciale banen steeds gereserveerd voor de klimmende partij. Er wordt dankbaar gebruik van gemaakt als onze trouwe Betsy niet boven de 30 km/u uitkomt. Maar eerst Auschwitz.

Het dorpje Oswiecim heeft aan de noord-west-kant een klein kampje, Auschwitz-1. Een stuk of dertig barakken, tienduizend man past erin. De tour begint met een filmpje over hoe de Russen het kamp aantroffen aan het eind van de oorlog, dan volgt de eigenlijke rondleiding. Barak 11, waar in de kelder het eerste Zyklon-B (oorspronkelijk een reinigingsmiddel voor kleding) werd gebruikt, de poort met het bekende credo, het executiemuurtje tussen barak 11 en 12, en in een andere barak loop je door een gang met glazen wanden heen. Aan allebei de kanten ligt haar. Afgeschoren mensenhaar, dat voor 50 pfennig per zak verkocht werd aan de textielindustrie. De kamers naast je zijn vijf meter diep, acht meter lang, drie meter hoog. 240 kuub haar. Een andere gang, gevuld met schoenen. Een kamer gevuld met brillen. Een kamer gevuld met keukengerei. En een gang gevuld met koffers waarop je bij aankomst je naam en geboortedatum moest schrijven met witte verf, zodat je geloofde dat je je koffer later terugkreeg. Je mocht 25 kilo aan bagage meenemen naar Auschwitz. Zo was het geloofwaardig dat je ergens anders een nieuwe woonplaats kreeg, met als gevolg een natuurlijke selectie van de meest waardevolle dingen die je bezit. Zo werkt dat. Slimme jongens, die nazi's.

Dan loop je een bunker in, een schuilkelder. En dan vertelt de lieve gids Tomas (die echt op elke vraag een antwoord lijkt te weten) dat je nu in de eerste 'echte' gaskamer staat. Een conservenblik werd in de ruimte hierboven opengetrokken, gevuld met korrels die bij voldoende warmte en vochtigheid tot gas werden. Dat dampende blik werd door een gat gegooid, door een soort koker met kippengaas - om te voorkomen dat het afgedekt kon worden. Een kamer verder zie je de ovens. En de mechanismen waarmee elk stukje mens naar binnen geschoven werd. Een plek waar de gouden tanden uit de verse lijken worden getrokken, en meteen omgesmolten. Praktisch.

De groep verplaatst zich per bus naar Auschwitz-2, ofwel Auschwitz-Birkenau. Dit kamp bestaat uit links - stenen barakken - en rechts - houten barakken. Totaal honderdduizend man. Voor een derde deel, rechts van rechts, voor nog eens vijftig- tot zestigduizend man, is men destijds niet verder gekomen dan de voorbereidingen. Hier staat het lange gebouw met de poort in het midden. De hellepoort waar later - toen de Hongaarse Joden werden ingevoerd - treinen onderdoor pasten.

Je maakt foto's. Je zwijgt. Je denkt niet. Er is zoveel horror dat het simpelweg niet doordringt. Zijn we dan al zo afgestompt, dat mijn maag niet omkeerde? Of sluit je geest zich af? De getallen zijn zo duizelingwekkend dat het geen grip op je krijgt. Wat is het verschil tussen tienduizend en honderdduizend? Het geschatte aantal mensen dat hun leven hier hebben verloren is 1,3 miljoen. Zoals Tomas zegt, denk eens aan één leven. Een mens met familie, werk, dromen, liefde. Als één leven al een leven duurt om te bevatten, wat moet je dan met een getal als honderdduizend?

Je probeert je niet in te denken hoe mensen hier stonden. Hoe de selectie werd gemaakt. Dat laatste wordt je namelijk verteld. Een arts in het midden. Voor hem een rij mensen, net uit de trein gestapt. Hij deelt je in. Achter hem staan twee rijen. In de ene rij fitte mensen wiens levensverwachting naar vijf tot zes maanden werd bijgesteld. En de andere rij, waarvan de mensen minder dan een uur te leven hadden. Een rij naar links. Dat gebouw in, waar je tot rook gereduceerd wordt. Een rij naar rechts. En dan alsnog de hel in, door uitputting, door ziekte, door executie, of door zelfmoord. Je hoefde namelijk maar een voet op het grind - twee meter vanaf het eerste hek - te zetten, en je werd neergeschoten. The easy way out. Voor ons drieen is het anders. Met dank aan de vierde dimensie - tijd - lopen wij dezelfde poort weer uit. We rijden weg van Oswiecim, met wederom symbolische muziek op de radio. Who wants to live forever.

Er zijn meer verhalen. Over Warschau is weinig meer te vertellen dan in mijn eerste alinea van vandaag, over Krakow volgt nog het een en ander. Verhalen over schuurfeesten, clubs, draken, taxichauffeurs en horzels. Ik heb er even geen trek meer in. Over tien minuten komen Allart en Jeroen me ophalen om terug te gaan naar de camping. Eten en vroeg naar bed, de volgende etappe leidt naar het Appeltjeseiland bij Molestai, een stukje boven Vilnius.

Groeten uit Warschau.

3 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Dag Allart,

Mooi om jullie weblog te lezen! Gaat alles goed met Betsy? En is haar benzinegebruik te overzien? Schrijf ook maar eens over Betsy en hoe het gebruik in de praktijk bevalt. Werkt alles?

Groeten uit Gouda, Kitty

11/7/06 23:25  
Anonymous Anoniem said...

Yo gästen!

Hier 1 van den Haagschen. Ik wil ff zeggen dat ik toch nog meer dan lafjes tegen zinksnijder heb aangehangen:P

Gruss en suc6 nog met de reis,

a gay nigger from outta space

15/7/06 19:48  
Blogger Pimmez said...

Klasse Daantje, we zijn trots op je! :) Hoe waren de avonturen in Praha? Nog geswaffeld?

16/7/06 15:16  

Een reactie posten

<< Home