Sadita!

Verdikkie, heeft die rakker me ingehaald... ik was in Purtse, Estland gebleven.

We zitten zo'n tachtig kilometer voor de grens met Rusland en we merken aan alles dat we steeds noordelijker komen. De donkerte in de nachten duurt nog maar een uur of vier, en in slaap vallen terwijl het nog licht is, went langzaam maar zeker. Het voortdurende licht nadert, en de temperaturen dalen stukje bij beetje. Als ik hoor hoe warm het in Nederland is, geniet ik van de relatieve koelte. In Purtse is het overdag zo'n 25 graden.

Als om zes uur de wekker gaat, is het geen probleem wakker te worden. Het is al zo goed als licht en we springen uit bed. Sneller dan anders doorlopen we de ochtendprocedure. Ik kleed me aan in bed terwijl Allart het beddegoed van het benedenbed tot twee grote ballen knoopt, Jeroen bakt een eitje en zet koffie, Allart gooit het beddegoed naar boven, ik geef het een plekje, hij trekt de tafel omhoog, en gaat achter het stuur zitten. Betsy zit vol met voorpret: Weeee gaaaaaan naaaar Rusland toe, we gaan naar Rusland toe! In het Ests staat Sint Petersburg (SPB) als Peterburi op de borden en we vragen ons af hoeveel zeehondjes we in het Russische Pieterburen zullen zien.

Zeven kilometer voor de grens komen we aan bij een rij vrachtwagens. Zeven kilometer wachten. Dan houdt de rij ineens op, wij rijden niet begrijpend verder, Narva in.

De Estse stad Narva en het Russische Ivangorod worden gescheiden door een brede rivier. Een brug is de daadwerkelijke grens, en aan weerszijden staan middeleeuws ogende kastelen waarboven de vlag van het eigen land wappert. We komen aan bij de brug en zien geen rij. De douanier geeft ons een adres. Als we na veel zoeken terugkomen bij de plek waar de rij vrachtwagens ophield, blijkt daar een flink parkeerterrein te liggen. We mogen achteraan sluiten in rij 3 van deze grote wachtkamer. Ze staat vol met vrachtwagens, en vier rijen zijn gereserveerd voor personenauto's, die keurig op volgorde per vier door mogen rijden. Bij de uitgang krijg je een lullig klein groen briefje met daarop een nummer en je kenteken, dat je bij de brug weer inlevert. We staan zo'n twee en een half uur in de wachtkamer.

Vervolgens de brug op. Grenspost twee. Paspoorten, autopapieren, wachten. We krijgen vier formulieren van een Russische schone, die we braaf invullen. Dan moeten we wachten. We houden de tijd niet meer bij. Dan mogen we naar grenspost drie. Paspoorten, autopapieren, wachten. Schipper mag ik overvaren? Eerst een zinloze (want we hebben er al een) verzekering voor Betsy kopen om moedertje Rusland te plezieren. Grenspost vier. Paspoorten, autopapieren, heb je al een verzekering? Ja. Wachten. Doorrijden: wegwezen. Een kilometer voorbij Ivangorod staat weer een slagboom, we zijn er toch nog niet. Een norse beer van een politieagent vraagt Allart, die op dat moment rijdt, of hij een internationaal rijbewijs heeft. Nee, dus 9000 roebels boete. Dat klopt niet, zegt Allart, okee, zegt de beer, dan 6000 roebels. We hebben geen roebels. Dan haal je die maar. Als ik twintig meter richting Ivangorod heb gelopen (fiets van Betsy afhalen mocht niet), loop ik terug om m'n paspoort te halen - je weet nooit. Als ik m'n paspoort heb en weer begin te lopen, roept de beer me terug. In car! Close door! Allart betaalt 900 roebels - laat dat precies het bedrag zijn dat hij op zak heeft - en we mogen door. Zdrastvuijtje, ofwel hallo. We zijn in Rusland, na vijf uur, veertig minuten en 2850 roebels.

In Rusland zijn de wegen slecht, maar Betsy weert zich kranig. Ik probeer het cyrillische alfabet te ontcijferen en vertel wat ik heb geleerd van de Lonely Planet. Nooit kraanwater drinken. Afdingen op boetes door 'firm but polite' te blijven. Rechts inhalen is hier volkssport. Linksaf slaan, tenzij anders aangegeven, is verboden. Moet je links? Je mag drie keer rechts. We rijden SPB binnen op een chaotische dubbele vijfbaansweg zonder strepen en vol met Lada's. Allart schijt zeven kleuren bruin, ik probeer te navigeren. Er zijn nauwelijks straatnaambordjes in de buitenwijken, en als ze er staan zijn ze in het cyrillisch. Hoe dichter we bij het centrum komen, hoe mooier de stad wordt. De gebouwen in de binnenstad zijn zo mooi dat, als je een gemiddeld SPB-huis uit een gemiddelde SPB-straat in een gemiddelde Amsterdamse straat plaatst, de straatwaarde in Amsterdam stijgt. Allart besluit dat we in SPB niet zullen fietsen. Jeroen en ik ja-en-amen-en. We rijden praktisch recht naar het hostel, alleen even bellen als we er op de hoek staan. Dat was afgesproken.

Een paar dagen voor onze aankomst in SPB was hier de G8, dus was 'ons' Hotel California leeggeruimd door de politie. Die avond blijkt dat een aantal antiglobalisten in het hostel verbleven. Nu is het hostel overbezet en kunnen we onze ruim vooraf gereserveerde plekken maar met moeite verwerven. Jeroen slaapt op een stretcher. Er zijn Russen, drie Amerikanen (Nick, Brandon en Julie), twee Canadezen, twee Engelsen (Aaron en Beth), en wij delen onze kamer met twee Franse schonen, Aurélie en Ania. De arme schaapkes, aangezien ik harder snurk dan ooit tevoren. Gelukkig weet Brandon ze alle ins en outs van herriestoppers te vertellen. Ik overweeg thuis toch eens naar dat snurken te laten kijken, als ik zie hoe ongeslapen ze steeds wakker worden.

De eerste dagen in SPB lopen we alle afstanden, daarna kopen we metromuntjes. De grond is hier blijkbaar drassiger dan in Gouda, de metrostations liggen tientallen meters onder de grond, de roltrap gaat bijna twee keer zo hard als in Nederland en doet er dan nog twee en een halve minuut over. Op dag drie trekken we de stoute schoenen aan en proberen het concept 'illegale taxi'. Je strekt je arm, houdt je hand vlak (duim naar het verkeer toe) en tilt hem een stukje van je lijf zodat je naar de weg wijst. Binnen een paar minuten stopt de taxi. Ruk de deur open en schreeuw je bestemming. 'Ulica Marata!' (ofwel Maratastraat, waar ons hostel zich bevindt). De chauffeur kijkt weg, denkt even na, en kijkt je dan weer aan met de krachtterm 'Skolkko!' ('hoeveel?'). Je roept hoeveel roebels je de reis waard vindt. Hij gaat akkoord met 'Sadita!' (ga zitten!) of roept een hoger bedrag. Dan kan je instappen, of de deur dichtslaan. Binnen twee minuten is er een nieuwe taxi. Dit principe bevalt zo, dat we zes metromuntjes niet zullen gebruiken. Leuk souvenir.

Zoals gezegd, de stad is prachtig. Alleen rondlopen is er al geweldig, zo'n beetje alle huizen - hoe vervallen of opgepoetst ook - zijn mooi, en op bijna elke straathoek is wel een bezienswaardigheid. We nemen een rondvaartboot en zien meteen al veel van de stad. We zien een fractie van de Hermitage - de gang vol Rembrandts is indrukwekkend - Allart rekent uit hoeveel het bij elkaar waard is terwijl Jeroen vrouwen kijkt en ik nergens een zelfportret van Rembrandt kan vinden. Van zoveel zulke prachtige kunst wordt een mens snel moe, dus we houden de Hermitage voor gezien. Het Peter en Paul Fort valt tegen; alleen de kathedraal is echt mooi, maar die is dan weer gevuld met toeristen die tussen de tientallen marmeren graven doorlopen. Hier rust Peter - met zijn familie en al zijn opvolgers totaan de revolutie en hun familie. Volle bak, die kathedraal. Die Peter werd later Peter de Grote en deed ooit in Nederland inspiratie op en gaf de stad die hij stichtte een Nederlandse naam. Het uitzicht vanaf de muren van het fort op de skyline is prachtig. We zien de kerk van het vergoten bloed, kopen Russische mutsen en nemen een dagtripje naar Petrodvorets, Peters buitenverblijf waar je je ogen uitkijkt bij de ontelbare fonteinen.

Ik besluit dat ik deze stad nog een keer ga zien, en dan meer tijd ga nemen. We hebben hier vijf nachten geslapen en elke dag zijn we de stad ingetrokken, nog heb ik het gevoel dat ik hier nog niet klaar ben. Nicht Josine gaat hier binnenkort heen en ik wil eigenlijk mee. Voor mij is Sint Petersburg een even groot reisdoel als de Noordkaap, waarnaar we nu onderweg zijn. Het vertrekken uit SPB en Rusland is te doen - we nemen nog een hostelgenoot mee tot aan de grens en tanken onze jerrycans vol met goedkope Russische benzine, eenmaal over de grens verdrievoudigt de prijs van een liter benzine. Nu zijn we een paar meter van de poolcirkel verwijderd en we gaan op zoek naar de kerstman. Tot snel.

Groeten uit Rovaniemi, Finland!