Mission accomplished

Aan weerszijden van de weg staan borden die ons manen te vertragen. 70. Tien meter verder: 50. Er staat duidelijk iets te gebeuren: 30. Dan zien we het bord waar we lang naar uit hebben gekeken: NORDKAPP. 4964 kilometer en dertig dagen, tweeentwintig uur en vijfentwintig minuten na ons vertrek uit Utrecht, is de hoofdbestemming bereikt. We maken foto's van elkaar onder het bord met baard van drie dagen en Russische muts, en tuffen verder. We manoeuvreren Betsy door het dikke pak mist naar een vrije plek in een lange rij campers en de fles wijn wordt feestelijk heropend en gaat leeg. Betsy krijgt applaus.

Een kleine honderd meter voor haar ligt de afgrond, die we door de mist pas zien als we er tien meter voor staan. Tussen twee stukken rots door zien we het water. Moe van de reis maar opgewonden het einddoel te hebben bereikt, laten we door een toevallig aanwezige Vlaamse fotograaf een foto maken bij de globe. De globe is twee meter in doorsnee en staat drie meter boven de grond. Alleen onze silhouetten zijn zichtbaar, het is met een paar stralen zon door de globe heen de mooiste foto van de reis. Eén uur 's nachts had hier net zo goed één uur 's middags kunnen zijn - aan het (relatieve begrip) daglicht valt niets af te lezen. Tussen de door de harde natuur gevormde klompen steen, zoeken we er een die als souvenir én als cruise control kan dienen. Allart grijpt in een hoop stront. Die wordt het in elk geval niet.

De toegang die we hebben betaald om het dorpje Noordkaap (inwoners: nul, iedereen woont in Honningsvag - rondje op de a), geeft ons recht op twee nachten parkeren en biedt toegang tot een gebouw. Daarin een paar kleine musea, een kapelletje en een enorme bar met uitzicht op de Noordelijke IJszee. Vanuit de bar kun je op een terras komen dat de naam 'Kings view' draagt. Om beurten nemen we een paar minuten de tijd om naar de zon te kijken en te proberen de waterlijn in de verte te herkennen. De mist en de wolken drijven voor de zon, het bekende beeld uit Top Gun - een paar strepen wolk voor de oranje gloeiende zon - is prachtig om in het echt te ervaren. De zon probeert onder te gaan, maar vindt het water toch te koud. Ze trekt langzaam aan ons voorbij, van links naar het rechts achter het raam (formaatje gymzaal) van de bar, van west naar oost. Wij hebben je door, je gaat helemaal niet onder.

We hebben allemaal een rondje bier gehaald (uiteraard van 's werelds Noordelijkste brouwerij, en uiteraard duur - Noorwegen...). Terwijl we wachten tot de midzomernachtceremonie begint, vult de gereserveerde rij tafeltjes achter ons zich met een bus Japanners. Ze hebben de duurste VIP-behandeling besteld: bubbels en kaviaar, Fanta voor de kinderen. Als ze een half uurtje naar de zon (die verstoppertje blijft spelen) hebben gekeken, gaan ze weer. De nog dichte flessen champagne verdwijnen in rugzakken, van de kaviaar laten ze meer dan de helft staan. Jeroen en Allart hebben nog nooit kaviaar gegeten. Mijn vader smst dat we een fles champagne mogen aanbreken op zijn kosten. Daar zitten we dan. Gekregen champagne, gesnaaide kaviaar, de zon voor onze ogen aan het pootjebaden in de Arctic. Drie koningen te rijk, de dakloze, de werkloze en de student.

Als blijkt dat de midzomernachtceremonie niet doorgaat - gisteren was de laatste van het seizoen - besluiten we dat we hebben waarvoor we zijn gekomen. Terug naar Betsy - we built this tukkie...!

Als ik de volgende ochtend vanuit het gebouw tante Marianne bel om haar te feliciteren met haar verjaardag en nog een ansicht verstuur, levert Betsy Jeroen en Allart een stevige practical joke. Ze start niet. De gedachten gaan naar een collega van Betsy's wonderdokter Chris, die bij de laatste ingreep ons veel plezier wenste met de woorden 'Veel plezier! Stranden doe je toch wel!' Als ik terugkom rijdt Betsy. Vandaag stranden we niet - ze is een trouw beestje, nog niet één keer panne.

De rotsblokken van Mageroye schamen zich niet op te scheppen dat ze hier al duizenden jaren zo liggen. Wij zijn kleine passanten. Er lopen kleine stroompjes over de stenen, soms watervalletjes. Een fjord, zoals ik me een fjord had voorgesteld. Als we tussen Noordkaap en Honningsvag (ook op Mageroye) met negen procent dalen, gaan de haarspeldbochten me soms iets te snel - de drank van gisteravond klotst nog. We houden ons echter fier aan het motto 'laten we elkaar geen mietje noemen', mede gesterkt door de eerste wet van Allart: 'Het is pas gevaarlijk als het misgaat'. Gelukkig gaap ik genoeg om niet bewust mijn oren steeds te hoeven klaren, dat scheelt iets.

In de baai van Honningsvag zien we de staart van een walvis op het water slaan. We proberen er een cruise naar Tromso (blof-o) te regelen, maar de schepen laten (zonder uitleg) onder geen beding campers toe. Het was een mooie kans geweest om meer fjorden te zien, aangezien Betsy ze niet zo mag wordt het lastig zelf naar Tromso te rijden. We verlaten Mageroye en iets later ook Noorwegen, zonder ook maar één Noorse kroon in handen te hebben gehad. Viva Mastercard.

Langs de grens met Zweden rijden we door Finland naar het zuiden. Via Alta (gewoon, zoals je het zegt) rijden we naar Kautokeino, waar we eten. Mannajarvi (puntjes op de laatste a), iets boven Kolari, is de plek van overnachting. De dag erop rijden we door Zweden een stuk langs de Oostzee. Dezelfde Oostzee waarover we met de boot van Sint Petersburg naar Petrodvorets zijn gevaren, dezelfde Oostzee waaraan Riga, Parnu en Tallinn liggen. We hebben al mailtjes gehad van mensen die we onderweg zijn tegengekomen die nu al thuis zijn na hun vakanties. Met eentje wordt gesmst over een komst naar Nederland als wij net terugzijn. Dit is de terugweg.

Met al het wildkamperen (de laatste camping met douche was in Rovaniemi) hebben we al vier dagen niet gedoucht, deze dag ligt het ook niet in de planning. De grote etappe naar Stockholm hopen we morgen in de ochtenduren te hebben geslecht. Het wordt een allnighter. Allart rijdt, Jeroen en ik zitten achterin. De tafel is naar beneden gebleven zodat naar gelieve getukt kan worden. Jeroen leest. Denk ik. Zijn boek staat op zijn buik, hij heeft een zonnebril op. We pesten hem liefdevol dat hij al de hele vakantie over zijn eerste boek doet, waarin hij inmiddels 96 pagina's heeft afgelegd.

We kijken niet meer verbaasd op als we een Nederlandse auto of camper zien. Vanaf Polen werden ze na elke grens zeldzamer, de route via Zweden naar de Noordkaap blijkt een populaire. De allnighter slaagt. In twee dagen tijd leggen we de kleine 1800 kilometer van Noordkaap naar Stockholm af. Het voelt als een triomf als ik, met Allart en Jeroen half-slapend achterin, door Sundsvall rijd en voor het eerst bordjes 'Stockholm' zie staan. Voor het eerst in vijf dagen wordt het weer donker, er zijn wegwerkzaamheden. Als het mijn beurt is, lukt het me slecht achterin te slapen. Dit dagje Stockholm wordt een lui dagje. Douchen, wasje draaien, supermarktbezoekje, vaat, koken, eten, opruimen, logje tikken. Tukken.

Groeten uit Stockholm!

Redactioneel: Er wordt - begrijpelijk - veel gevraagd om foto's. Die volgen. Als we thuis zijn.

1 Comments:

Blogger Pimmez said...

Punt voor Suus... helaas is dat een gevolg van de combinatie het hele verhaal willen vertellen met soms dagen lang geen internettoegang hebben.

Als Tijs vanavond mee wil gaan stappen, moet-ie me maar even bellen of smsen!

4/8/06 18:44  

Een reactie posten

<< Home